Als je blijft doen wat je altijd gedaan hebt, blijf je krijgen wat je altijd gekregen hebt

Als ik blijf kijkenzoals ik altijd heb gekekenblijf ik denkenzoals ik altijd dachtAls ik blijf denkenzoals ik altijd heb gedachtblijf ik gelovenzoals ik altijd heb geloofd.Als ik blijf gelovenzoals ik altijd heb geloofdblijf ik doenzoals ik altijd heb gedaanAls ik blijf doenzoals ik altijd heb gedaanblijft mij overkomenwat mij altijd overkwamMaar als ik mijn ogen sluiten voel mijn ware zelf van binnenDan kom ik deze cirkel uiten kan ik steeds opnieuw beginnen…

 

Albert Einstein

Achter de heuvels

Een filosoof stelde Lao Tse eens de vraag: ‘Wat is de weg?’
Lao Tse keek naar de heuvels in de buurt en zei: ‘De heuvels zijn prachtig.’
Dat leek een absurd antwoord en de filosoof vroeg nog eens: ‘Wat is de weg?’
En Lao Tse antwoorde: ‘De heuvels zijn prachtig.’
De filosoof draaide zich teleurgesteld om en ging weg. Lao Tse lachte.
Een van zijn leerlingen zei: ‘Meester, die man moet wel denken dat u niet goed wijs bent.’
Lao Tse zei echter: ‘Je kunt niet vragen: wat is de weg? Alleen onwetende mensen stellen zulke vragen. Er is geen weg die op je ligt te wachten. Jij bént de weg.’
Daarop zei de leerling: ‘Dat begrijp ik wel, maar waarom hebt u de heuvels erbij gehaald.’
Lao Tse antwoordde: ‘Ik moest wel over heuvels spreken, want, als je een weg wilt vinden, moet je over heuvels heen. De weg loopt achter die heuvels en de heuvels zijn zo schitterend dat niemand ze wil oversteken. Ze zijn zo betoverend, ze brengen je in zo’n hypnose, dat je er verdwaalt. En dan te bedenken dat de weg erachter loopt.’

De Oester

Een oester uit het Hollands Nauw,
kwam bij de dokter, met zijn vrouw.
Mijn man, zo sprak zijn echtgenote,
mijn man is altijd zo gesloten.  

Hij is heel lief hoor, daar niet van,
maar ‘k heb er zo weinig an.
Hij sluit zich op in zijn twee schelpen
en zegt: ik kan het ook niet helpen,
het is nu eenmaal mijn natuur.
Dat kan wel zijn, maar op den duur
dan wordt het saai, dat hele stille.
Och dokter, ik zou dolgraag willen
dat u eens ernstig met hem sprak
en hem voorzichtig openbrak.  

De dokter fronste lang zijn voorhoofd
en zei: dat lijkt mij ongeoorloofd,
maar vindt meneer het een probleem
als ik een röntgenfoto neem? 

De oester zweeg in alle talen.
De dokter ging zijn toestel halen.
Wie zwijgt stemt toe, dus komt u maar.
Het is in één minuutje klaar. 

Ziezo de foto is genomen.
Als u er even bij wilt komen…
Wat zie ik daar? Och lieve help,
u hebt een parel in uw schelp!
Geen kleintje, nee, een hele grote!
Dus daarom bent u zo gesloten.
U denkt gewoon de hele tijd:
straks raak ik nog mijn parel kwijt 

Dat had de dokter goed gesnopen.
Héél langzaam ging de oester open.
Heel zacht ontsloot hij zich en zie:
daar lag de mooiste parel
die er ooit op aarde is gevonden.
Een onvoorstelbaar grote, ronde.  

Zijn vrouw was zichtbaar aangedaan
en liet een zilte oestertraan.
Ze riep, van vreugde buiten zinnen:
Je bent zo mooi, zo mooi van binnen!
De oester zuchtte zachtjes:
schat, ‘k wist niet dat ik het in mij had.
Hij nam haar teder in zijn schelpen en zei:
ik kon het echt niet helpen.
Ik wilde wel, maar ’t ging niet, heus…  

De dokter snoot ontroerd zijn neus.
Hij zei: ik raad u aan, heer oester:
ga door met opengaan en koester
met zorg en niet door angst geplaagd
de parel die u in zich draagt. 

Bette Westera (uit: De zingende zaagvis)

Zoals je bent (Isabelle A & Aafke Romeijn)

Heb uw naaste lief. Die is als u
Heb de vreemdeling lief. Die is als uw naaste.
Heb uw vijand lief. Die is als de vreemdeling in uzelf.
Heb uzelf lief. Die is als uw vriend.
Martin Wolton

De eerste sneeuw

Is niet het mooiste
geluid: het trage vallen

van de eerste sneeuw?

Leo Mesman

Plaatsen, passages XII

Geef mij maar de brede, de trage rivieren,
de bewegingen die je niet ziet, maar vermoedt,
de drinkende wilgen, de zinloze dijken,
een doodstille stad aan de oever.

Geef mij maar de winter, het armoedige
landschap, de akker zonder het teken
van leven, de kracht van krakende heide.

Geef mij maar de kat als hij kijkt voor
hij springt om te vluchten, te vechten,
te jagen, te paren, als hij kijkt.

Geef mij maar het paard in galop maar
van hout, op zijn zij in het gras.
Geef mij maar een vraag en geen antwoord.

Rutger Kopland

De Ander

Tussen alle verwording van menselijke verhoudingen houdt de goedheid stand. Ze blijft mogelijk, ook al kan ze nooit een systeem of sociaal regime worden. Elke poging om het menselijke helemaal te organiseren is tot mislukken gedoemd. Het enige wat levendig overeind blijft is de kleine goedheid van het dagelijks leven. Ze is fragiel en voorlopig. Ze is een goedheid zonder getuigen, in stilte voltrokken, bescheiden, zonder triomf. Ze is gratuit, en juist daardoor eeuwig. Het zijn gewone mensen, ‘simpele zielen’, die haar verdedigen en ervoor zorgen dat ze zich telkens weer herpakt, ook al is ze volstrekt weerloos tegenover de machten van het kwaad. De kleine goedheid kruipt overeind, zoals een platgetrapt grassprietje zich weer opricht. Ze is misschien wel ‘gek’ – een ‘dwaze goedheid’ – maar ze is tegelijk het meest menselijke in de mens. Ze wint nooit, maar wordt ook nooit overwonnen!

Levinas. Altérité et transcendance.

De weg van de hoop

Diep in onszelf dragen we hoop:
als dat niet het geval is,
is er geen hoop.

Hoop is de kwaliteit van de ziel
en hangt niet af
van wat er in de wereld gebeurt.

Hoop is niet te voorspellen of vooruit te zien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
voorbij de horizon verankerd.

Hoop
in deze diepe krachtige betekenis
is niet hetzelfde als vreugde
omdat alles goed gaat
of bereidheid je in te zetten
voor wat succes heeft.

Hoop is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet alleen omdat het kans van slagen heeft.

Hoop is niet hetzelfde als optimisme
evenmin overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
afgezien van de afloop,
het resultaat.

Václav Havel 

God woont in de Fokke Simonszstraat

Ik hoorde van een zeereerwaarde
en hoogbejaarde dominee:
de Here wou met onze aarde
niet één dag langer meer in zee.

Al zouden wij Hem overstelpen
met eredienst en dankgebed,
het zou geen ene moer meer helpen:
er werd een punt achter gezet.

Maar zie: daar was diezelfde morgen
zo’n rotjoch in de grote stad
een doodziek duiffie aan ’t verzorgen
dat-ie op straat gevonden had.

“Kristus, wat mot je dan? Wat wil je?
Ja, kijk me maar es effe an.
Godsallejeisis, beest, wat tril je,
Leg nou toch effe rustig, man.”

Toen heeft de Heer Zijn toorn bedwongen,
want Hij kreeg schik in het geval.
Hij spaarde dus de kleine jongen,
de zieke duif en het heelal.

Willem Wilmink 

When I asked God for strength,
He gave me difficult situations to face

When I asked God for Brain & Brown*
He gave me puzzles in life to solve

When I ask God for favours,
He showed me opportunities to work hard

When I asked God for peace
He showed me how to help others

God gave me nothing I wanted
He gave me everything I needed

Swami Vivekananda 

Eigenlijk geloof ik niets
en twijfel ik aan alles,
zelfs aan U.
Maar soms,
wanneer ik denk
dat Gij waarachtig leeft,
dan denk ik
dat Gij Liefde zijt,
en eenzaam,
en dat, in zelfde wanhoop,
Gij mij zoekt,
zoals ik U.

Gerard Reve (Verzamelde gedichten, 1965)

Het nut van wankelen

Vertel me, lievemans, dat mijn
zeebenen op een dag bij mehoren,
dat ik met een slecht handschrift
ooit ergens aan de bak kan komen.

Vertel me, lievemans, dat er vogels
zijn die zo nu en dan de windrichting
vergeten, die verlangen naar een
landing en toch hoog in de lucht blijven.

Vertel me, lievemans, dat er in
wankelen een prachtige vorm van
houvast schuilt, dat ik kwetsbaar mag
zijn in alles wat me maakt en raakt.

Vertel me, lievemans, dat de beren
op de weg enkel grommen omdat het
grommen nu eenmaal in hun aard zit
en ik het gewoon te persoonlijk opvat.

Vertel me, lievemans, dat een breuk
altijd in je gewrichten blijft maar dat
een val niet als vanzelf volgt, je daarvoor
eerst moet struikelen en de grond.

Vertel me, lievemans, dat mocht
ik ooit vallen er altijd een kans op genezing
is, dat het nut van wankelen betekent
dat je een mens bent die wat probeert.

Vertel me, lievemans, dat je er zal zijn als ik
uit evenwicht, als ik zeeziek dit land bewandel
en leer me mijn draaierigheid te vergeten,
leer me te blijven, fier en soms onzeker.

Marieke Lucas Rijneveld

De herberg

Mens-zijn is een herberg
Elke ochtend nieuw bezoek

Vreugde, een inzinking, laaghartigheid,
een flits van inzicht
als een onverwachte gast

Verwelkom ze; onthaal ze allemaal
Zelfs een menigte verdriet,
die met geweld je huisraad
kort en klein slaat

Behandel toch elke gast met respect,
misschien komt hij de boel ontruimen
voor nieuwe gelukzaligheid

De sombere gedachte, schaamte, het venijn
Ontmoet ze lachend bij de voordeur
en verwelkom ze binnen

Wees blij met alles wat zich aandient
Ze zijn stuk voor stuk gestuurd
om jou als raadgever te dienen

Rumi

ISO 9001 HKZNEN7510 Keurmerk

Disclaimer | Privacyverklaring | Cookiebeleid | © 2024 Rustpunt Arkin - Alle rechten voorbehouden | Realisatie: Lemon

Rustpunt is een initiatief van Arkin Geestelijke Verzorging Arkin