Rozige maanvissen
ergens in taal is zij nog
in woorden die duurloos
en momentenbreed ronddobberen
als rozige maanvissen
haar zoeken is woorden aftasten
die haar nog niet kennen, ze omvormen
tot ze fingerspitzenvinnen krijgen
om haar bij zinnen te zwemmen
Sytse Jansma
Be at peace,
Tempest tossed seas of soul,
Give me rest,
From doubt, and fear,
Sun find my face,
Light find my heart,
Song find my story,
Smile find my face,
Be at peace,
Be at peace,
For my life is finite,
And these storms,
Have raged too long,
Even winter,
Must surrender spring
R. Queen
i am out with lanterns
looking for myself.
Emily Dickinson
Zegen ons
met medemensen
die weten wat vrede is:
een plek onder de zon
voor iedereen.
Vrijheid die ruimte maakt
voor de ander.
Help ons om
zulke mensen te zijn.
(gebed uit Coventryberaad)
Een oester uit het Hollands Nauw,
kwam bij de dokter, met zijn vrouw.
Mijn man, zo sprak zijn echtgenote,
mijn man is altijd zo gesloten.
Hij is heel lief hoor, daar niet van,
maar ‘k heb er zo weinig an.
Hij sluit zich op in zijn twee schelpen
en zegt: ik kan het ook niet helpen,
het is nu eenmaal mijn natuur.
Dat kan wel zijn, maar op den duur
dan wordt het saai, dat hele stille.
Och dokter, ik zou dolgraag willen
dat u eens ernstig met hem sprak
en hem voorzichtig openbrak.
De dokter fronste lang zijn voorhoofd
en zei: dat lijkt mij ongeoorloofd,
maar vindt meneer het een probleem
als ik een röntgenfoto neem?
De oester zweeg in alle talen.
De dokter ging zijn toestel halen.
Wie zwijgt stemt toe, dus komt u maar.
Het is in één minuutje klaar.
Ziezo de foto is genomen.
Als u er even bij wilt komen…
Wat zie ik daar? Och lieve help,
u hebt een parel in uw schelp!
Geen kleintje, nee, een hele grote!
Dus daarom bent u zo gesloten.
U denkt gewoon de hele tijd:
straks raak ik nog mijn parel kwijt
Dat had de dokter goed gesnopen.
Héél langzaam ging de oester open.
Heel zacht ontsloot hij zich en zie:
daar lag de mooiste parel
die er ooit op aarde is gevonden.
Een onvoorstelbaar grote, ronde.
Zijn vrouw was zichtbaar aangedaan
en liet een zilte oestertraan.
Ze riep, van vreugde buiten zinnen:
Je bent zo mooi, zo mooi van binnen!
De oester zuchtte zachtjes:
schat, ‘k wist niet dat ik het in mij had.
Hij nam haar teder in zijn schelpen en zei:
ik kon het echt niet helpen.
Ik wilde wel, maar ’t ging niet, heus…
De dokter snoot ontroerd zijn neus.
Hij zei: ik raad u aan, heer oester:
ga door met opengaan en koester
met zorg en niet door angst geplaagd
de parel die u in zich draagt.
Bette Westera (uit: De zingende zaagvis)
On the day when
the weight deadens
on your shoulders
and you stumble,
may the clay dance
to balance you.
And when your eyes
freeze behind
the grey window
and the ghost of loss
gets into you,
may a flock of colours,
indigo, red, green
and azure blue,
come to awaken in you
a meadow of delight.
When the canvas frays
in the currach of thought
and a stain of ocean
blackens beneath you,
may there come across the waters
a path of yellow moonlight
to bring you safely home.
May the nourishment of the earth be yours,
may the clarity of light be yours,
may the fluency of the ocean be yours,
may the protection of the ancestors be yours.
And so may a slow
wind work these words
of love around you,
an invisible cloak
to mind your life.
John o’Donohue
van de eerste sneeuw?
Leo Mesman